zaterdag 17 januari 2009

activiteit stoomboot stempelen met kurk


Stoomboot (stempelen met kurk)


Materiaal:
Mal
gekleurd karton
schaar
kurken (van wijnflessen)
watten
verf



Werkwijze:
Knip uit karton de stoomboot. Je kan met de verf en de kurken gaan stempelen. Pak voor iedere andere kleur een andere kurk. Laat de boot goed drogen. Wanneer de boot droog is kan je er watten op plakken zodat het net lijkt alsof er stoom uit de boot komt.




liedjes die ik zing op stage samen met de kinderen


in de maneschijn:


In de maneschijn
in de maneschijn
klom ik op een trapje door het raamkozijn.
Maar je raadt het niet
nee je raadt het niet.
Zo doet een vogel
en zo doet een vis
en zo doet een duizendpoot
die schoenenpoetsen is
en dat is één en dat is tweeen
en dat is dikke dikke dikke tante Kee
En dat is recht en dat is krom
en zo draaien wij het wieltje nog eens om
Rom-bom!

op een klein stationnetje:


Op een klein stationnetje 's
Morgens in de vroegte
Stonden zeven wagentjes
Netjes op een rij
En het machinistje
Draaide aan het wieletje
Hakke hakke puf puf
Weg zijn wij


Op een klein stationnetje's
Morgens in de vroegte
Stonden zeven wagentjes
Netjes op een rij
En de conducteurtjes
Gooiden met de deurtjes
Hakke hakke puf puf
Weg zijn wij

olifantje in het bos:


Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mamma toch niet los


zeven kleine eendjes:

zeven kleine eendjes
die liepen over straat
foei, foei dat mag toch niet
mama eend word kwaad!

brandweer:

tatuu tatuu daar komt de brandweer aan
tatuu tatuu hij heeft zijn zwaailigt aan
iedereen moet aan de kant
want hij moet weer naar de brand


kleine jan klaasen:

kleine jan klaasen zat midden op een gras
met een lepeltje en een schoteltje waar lekkere pap in zat
toen kwam er een dikke spin
die viel er midden in
kleine jan klaasen moest huilen van verdriet
die pap die pap die spinnen pap
die lus ik lekker niet
buuuuuuh!!


bellen blaas:


ik blaas ik blaas een mooie bel
soms lukt het niet en dan weer wel
hij zweeft hij zweeft maar wat een pech
ik heb pak dan vloept hij weg


smakelijk eten:


smakelijk eten
smakelijk drinken
hap hap hap
slok slok slok
dat zal lekker smaken
dat zal lekker smaken
eet maar op
drink maar op
eet en drink smakelijk allemaal


wij gaan opruimen:

wij gaan opruimen
wij gaan opruimen
zet het waar het hoort
spullen soort bij soort
wij gaan op ruimen
wij gaan op ruimen
ruim de boel maar op!


spinnetje:


zachtjes
kriebelt het spinnetje
zachtjes
over je been
heel erg langzaam
kriebelt hij naar boven
en dan weer naar benee!!


we hebben op stage een klein blauw mapje . daar staan allemaal liedjes in met een afbeelding waar dat liedje over gaat. voor we gaan fruit eten. mogen alle kindjes 1 liedje uitzoeken en als we alle kindjes hebben gehad gaan we smakelijk eten zingen en dan gaan we fruit eten. dit zijn een paar liedjes zie ik heb uit gekozen we hebben er nog veel meer.

laatste week van stage


ik loop stage bij de petteflet lokatie esrein. daar hebben ze twee groepen s' morgens is er kdv en smiddaags is er BSO. dan worden de leidsters verdeeld over de twee groepen. en als er bij moet worden gesprongen omdat het op de kdv druk is omdat de baby's eten moetenof andere dingen . dan helpen we elkaar. ik kan zelf geen keuze maken of ik bso wil gaan doen of kdv. maar mij lijkt het hardstikke leuk om alle twee te doen want dan heb je nog een beetje afwisseling. zoals op deze lokatie bij de pettflet. ik heb het ontzettend gezellig en leuk gehad op deze stage ik baal ervan dat de laatste week eraan komt. ik ga iedereen heel erg missen de kinderen en de leidsters. ik heb het op deze stage ontzettend naar me zin gehad. vind het heel erg jammer dat het is afgelopen. maar ik heb al een sollicitatiebrief ingeleverd op het hoofdkantoor. want ze wouden me heel graag hebben. dus ik hoop als ik klaar ben met school dat ik dan een vaste baan krijg daar ik ben heel erg benieuwd!!

vrijdag 16 januari 2009

verhuizing

ik heb de verhuizing van school meegemaakt. het is heel erg leuk dat we eindelijk uit dat ouwe gebouw zijn. en dat we nu in de nieuwe school te zitten. ik vind het wel een mooie school geworden. hij is alleen zo groot. niet normaal. gelukkig hebben we maandag een rondleiding gehad door school. het belangrijkste vind ik dat ik weet waar mijn afdeling is en dat ik weet waar de kantine zit. hahaha. de rest is mooi meegenomen. dat er van alles extra bij in zit. de school heeft nog oude palen van stork en is modern ingericht ik vind het wel mooi geworden. moet alleen nog even wennen straks aan de drukte. want toen wij er maandag waren was er nog niet iedereen. gelukkig. nog een half jaartje naar school. dat is wel een leuk vooruitzicht. want ik wil heel graag op een kinderdagverblijf werken.





wat ga ik doen na deze opleiding?

ik zat eerst nog te twijfelen of ik nog spw4 ging doen. want ik heb vakantie werk gedaan bij een bejaardentehuis dat vond ik ook heel leuk. toen die tijd kon ik geen keuze maken. maar ik heb ondertussen besloten dat ik toch voor de kinderopvang ga kiezen. ik wil heel graag met kinderen gaan werken. en dan specifiek op een kinderdagverblijf. ik vind het hartstikke leuk om met kinderen te werken. ze kunnen zo leuk uit de hoek komen. ze denken niet na wat ze zeggen. en zijn eerlijk .ik ga spw 4 niet meer doen ik vind het goed zo. dit beroep spreekt mij aan en ik heb lol in mijn werk. en dat vind ik erg belangrijk. ik doe liever werk wat ik leuk vind dan dat ik iets doe wat ik niet leuk vind. dus ik ga dit halve jaar dat ik nog naar school heen moet er hard tegen aan. en ik kan niet wachten totdat ik mijn diploma heb behaald.

buitenspelen


sharon een klasgenoot van mij die had het over buiten spelen.
en die vroeg wat wij hiervan vonden?
nou ik vind het buitenspelen heel goed. als ze super druk zijn kunnen ze hun energie kwijt want bij ons op stage hebben we alleen 2 lokalen een voor de KDV en de andere voor BSO en verder hebben wij geen ruimte waar de kinderen zich uit kunnen leven. want het kinderdagverblijf zit in een een basisschool. en als we in de speelzaal willen kan dat pas na 3 uur. want de kinderen van school gebruiken heel vaak de speelzaal. en als de speelzaal vol is dan kunnen wij geen kant op met de kinderen. dus als het goed weer is dan gaan we met de kinderen naar buiten. ze kunnen dan lekker even uitwaaien. in de winter kun je net zo goed naar buiten. het hoeft niet lang als je maar heel even een frisse neus hebt gehaald. de kinderen hebben een dikke winterjas en een sjaal en handschoenen bij zich dus dat kan makkelijk. je hebt misschien wel meer werk eraan omdat je maar even naar buiten gaat. maar voor de kinderen is het wel lekker. En je moet de kinderen in beweging houden. doen wij ook op stage met de kids even lekker rennen om warm te blijven. en als het te koud word dan weer naar binnen. en als het echt slecht weer is of te koud dan kun je lekker binnen knutselen met de kinderen.

trakteren


veel kinderen die jarig zijn trakteren op het kinderdagverblijf. veel kinderen trakteren ongezonde dingen. zoals: chips en snoepjes. dat zijn kinderen die houden nou eenmaal van lekkere dingen.


mijn mening:ik vind dat het best een keer mag. snoepjes als traktatie het is wel een keer lekker. maar je moet ook denken dat het niet echt gezond is. maar je kunt ook het ongezonde met het gezonde combineren. Bijv. je neemt een pakje rozijnen en je doet er een paar spekjes bij. en je versiert het leuk. hebben jullie nog leuke ideeën over gezond trakteren? hoe denken jullie over ongezonde traktaties?



kinderen leren fietsen


Nadat je kinderen hebt laten ervaren dat fietsen handig en leuk is, komt er een moment waarop ze het zelf kunnen of willen leren. Sommigen menen dat het handig is dat ze in een vroeg stadium de trapbeweging leren, door ze op een driewieler te zetten. Anderen vinden het nuttiger om ze evenwicht te leren door ze eerst een soort loopfietsje te geven. Hoe dan ook, er komt een moment dat kinderen ook echt gaan leren fietsen!
Zelf leren fietsen is natuurlijk de eerste stap naar zelfstandig op pad. Het is fijn als kinderen zich zelfstandig en veilig kunnen voortbewegen op het stalen ros. Eerste vereiste is dan natuurlijk wel een deugdelijke fiets.Het kan handig zijn om de kinderen te laten wennen aan hun fiets met zijwieltjes. Maar pas op, want sommige kinderen durven daarna niet zonder. En bovendien, bochtenwerk is juist met zijwieltjes veel moeilijker dan zonder! Bij het nemen van een bocht zit dat wieltje eigenlijk in de weg en heb je kans dat je omkiepert. Een echte driewieler verdient dan eigenlijk de voorkeur. Hoe je een kind moet leren fietsen is niet 123 te vertellen: iedere ouder zal dat op een andere manier aanpakken en ook elk kind verdient een andere benadering.

zorg dat de fiets goed past. Veel mensen maken de fout kinderen op een te kleine fiets te leren fietsen. Daarmee maak je het ze onnodig moeilijk. Evenwicht bewaren op een grotere fiets, met grotere wielen is veel gemakkelijker. Natuurlijk moet de fiets ook weer niet zo groot worden dat hij niet meer te hanteren is.


tips:

- neem er de tijd voor. Te veel druk op de ketel werkt averechts. Het kind wordt zenuwachtig en zal het niet leuk meer vinden.

- geef wat afleiding. Vaak gaat het fietsen in het begin te moeilijk, omdat ze te veel hun best doen en te weinig op hun gevoel afgaan. Je staat er versteld van hoeveel makkelijker het opeens gaat als je de aandacht afleidt van het fietsen, bijvoorbeeld door te wijzen op allerhande dingen die te zien zijn.

- geef vertrouwen. Een kind dat goed in het vel zit, zal makkelijker fietsen. Voor sommige kinderen kan het idee dat een helm veilig is net dat beetje rust geven om goed te gaan fietsen.

- dwing het kind niet om te leren fietsen. het kind moet het zelf willen.





ziek

Laatst was er een kindje niet lekker, hij zag er ook fit uit. het kindje had last van verkoudheid. het snot liep het kindje de neus uit. begin bij ontstoken ogen. gele propjes voor bij de ogen. last van hoesten. echt een rookershoestje omdat het kind last had van slijm. en het ene oog was kleiner dan het andere oog. en het kind zag er pips uit. en had iets last van verhoging.
later op de dag had het kind koorts.

Als een kind koorts heeft vind ik dat het naar huis moet. Vooral als het helemaal niet goed in zijn vel zit.
De grens is 38,5 en ik vind dat als dit voorkomt ook echt doorgepakt moet worden en de ouders gebelt moet worden. want als je ziek bent ben je het liefst thuis. want als een kind zo moet blijven hangen op het kinderdagverblijf vind ik dat gewoon zielig. en het kind zit zich zelf alleen maar in de weg. als het kind echt niet opgehaald kan worden dan moet het op het kinderdagverblijf blijven maar het moet niet zo zijn dat de ouders lekker thuis zitten en het kind ziek op het KDV brengen.

ik vind het belagelijk dat ouders het kind ziek naar het kinderdagverblijf brengen. ik snap wel dat ouders moeten werken. maar als het kind echt ziek is vind ik het gewoon zielig dat het kind op het KDV is. ik vind dat het kind dan beter thuis kan blijven. wat vinden jullie ervan?

straffen en belonen

Wie zoet is krijgt lekkers wie stout is de roe. Deze uitdrukking is verouderd, maar het wordt nog altijd toegepast. Hoewel lijfstraffen niet meer sociaal aanvaard zijn, wordt stout gedrag nog altijd bestraft en goed gedrag beloond. Straffen en belonen zijn zo normaal dat we deze methodes niet in vraag stellen. Toch zijn er alternatieve benaderingen van ongewenst gedrag. Hierover meer in dit artikel.

Straffen en belonen
Het doel van straffen en belonen is het gedrag van het kind bijsturen. Door te straffen wordt ongewenst gedrag ontmoedigd en goed gedrag wordt bekrachtigd door beloningen. Zo leert het kind hoe hij zich hoort te gedragen. Gewenst gedrag is afhankelijk van het (sub)cultuur waarin het gezin leeft.
Waarom straffen en belonen?Dit is een methode dat snel resultaat oplevert. Je vermijdt ook discussies in de toekomst doordat het kind duidelijk leert wat de grenzen zijn en wat er van hem verwacht wordt. Hierbij is het wel belangrijk dat straffen en belonen consequent gebeurt en dat beide ouders dezelfde regels toepassen. De meest gebruikte methodes zijn de time-out en het afnemen van privileges.

Waarom niet straffen en belonen?
Met straffen en belonen verander je enkel uiterlijk gedrag. Het kind leert dat er goed en slecht gedrag is, maar leert niet waarom het gedrag gewenst of ongewenst is. Zodra er geen dreiging van straf (of het vooruitzicht op beloning) is, is de kans groot dat het kind terug ongewenst gedrag vertoont.Door straffen te ondergaan, leert het kind ook dat er situaties zijn dat je macht mag uitoefenen. Dit kan leiden tot imitatiegedrag tegenover jongere kinderen als er geen volwassenen in de buurt zijn. Zo kan een ouder kind zijn broertjes of zusjes dwingen om in de hoek te gaan staan omdat hij het wilt.Een time-out zoals in de hoek of gang zetten, werkt goed, maar kan een averechts effect hebben op lange termijn omdat dit een situatie is waarbij ouderlijke liefde wordt ontnomen. Het kind kan dan de indruk hebben dat ouderlijke liefde niet onvoorwaardelijk is. Ook het afnemen van speelgoed of andere privileges kan het kind onzeker maken in de toekomst. Het kind wordt dan bang om dingen te verliezen en zal geneigd zijn spullen te hamsteren en niet te delen. Toch zijn er situaties waarbij een time-out of het afpakken van speelgoed aan te raden zijn (acute situaties waarbij de ouder snel moet reageren).

In welke situaties wel straffen en belonen?
Welke methode je toepast, hangt af van je opvoedmethode. Je opvoedmethode wordt bepaald door je persoonlijkheid, de situatie waarin je gezin zit en het doel dat je wilt bereiken. Hierbij is het doel (hoe zie je je kind later als volwassene?) een zeer belangrijke factor. Dit bepaalt in grote lijnen hoe je reageert op bepaalde situaties binnen de opvoeding. Straffen en belonen past binnen sommige opvoedmethodes en helpt het kind de regels van het gezin (en de samenleving) aanleren. Dit is vooral het geval bij opvoedmethodes waarbij sociale aanpassing centraal staat.Bij situaties waarbij het gedrag snel bijgestuurd moet worden, kan straffen en belonen ook helpen. Bij een gevaarlijke situatie bijvoorbeeld heb je als ouder weinig tijd om te luisteren naar je kind en moet je snel reageren.

Alternatieven voor straffen en belonen
Het gedrag van het kind beïnvloeden zonder straffen en belonen is mogelijk, maar vereist veel inspanningen van de ouders. Hierbij staat empathie centraal: als je naar je kind luistert, zal je kind ook naar je luisteren.

Luisteren en vertellen
Luisteren naar je kind wilt niet zeggen gehoorzamen aan je kind. Door te luisteren naar je kind weet je wat er in je kind leeft en waarom je kind bepaalt gedrag vertoont. Door met je kind te praten en te vertellen wat er in jou leeft, maak je je kind duidelijk waarom je bepaald gedrag verwacht. Hierbij is het belangrijk dat de communicatie op niveau van het kind gebeurt.Sociaal aanvaardbaar gedrag kan je je kind leren door inzicht te geven in de emoties van anderen. Dit kan je bijvoorbeeld doen met een rollenspel of poppenkast waarbij je een bepaalde situatie waarbij het kind ongewenst gedrag vertoonde naspeelt.

Ken je kind
Weet waarom je kind zo reageert en aanvaard je kind zoals hij is. Sommige kinderen worden bijvoorbeeld agressief als ze honger hebben terwijl anderen stil worden. Soms kunnen bepaalde situaties ook ongewenst gedrag veroorzaken, zoals bijvoorbeeld een drukke winkel kan een kind zenuwachtig en onhandelbaar maken.

Voorkom ongewenst gedrag
Door tijdig in te grijpen, voorkom je ongewenst gedrag. Vermoeide kinderen kunnen bijvoorbeeld agressief zijn tegenover elkaar. Door de kinderen af te leiden met een rustige activiteit voorkom je dat ze elkaar slaan of onverdraagzaam zijn.

Vorm een band met je kind
Doe regelmatig leuke dingen met je kind en bouw een vertrouwensband op. Zo zal je kind sneller luisteren naar je en je ook gehoorzamen.


Tot slotIn dit artikel heb ik vooral de nadruk gelegd op straffen omdat de langetermijneffecten groter zijn dan bij belonen. Belonen is gewenst in sommige situaties en past prima binnen bepaalde opvoedmethoden. Het beïnvloedt echter ook enkel het uiterlijk gedrag. Goed gedrag belonen mag, maar een beloning in het vooruitzicht stellen om goed gedrag te verkrijgen, verandert enkel het uiterlijk gedrag. Het kind begrijpt dan niet waarom dat gedrag juist verwacht wordt. Praten over goed gedrag geeft het kind inzicht in het eigen gedrag en helpt het kind begrijpen wat goed gedrag is. Een beloning bekrachtigt het goed gedrag en geeft het kind een teken dat hij goed bezig is.

wat vind ik ervan:
ik vind dat het kind leert van het straffen en belonen. het kind leert ervan en ontdekt wat hij goed of fout doet. belonen kun je doen als je kind iets goed doet. iedereen straft het kind weer anders bijv. door het kind op de gang te zetten, of speelgoed afpakken als een kind niet luisterd. wat ik zelf een goede manier van straffen vind. door het kind op een apparte stoel te zetten en de stoel neerzetten op een rustig plekje ,niet te dicht bij het speelgoed want dan is het kind weer snel afgeleid. en zeggen tegen het kind ga jij maar eens even nadenken over wat je net hebt gedaan. en dan even op de stoel laten zitten. niet te lang natuurlijk. een minuutje of 1 a 2. en dan terug komen bij het kind en vragen. weet je waarom ik jou hier op de stoel heb gezegt?als het kind niet weet. duidelijke uitleg geven waarom en convronteren met wat hij heeft gedaan en wat je niet wilt hebben. een afspraak maken met het kind. en dan weer vrij laten spelen. wat vinden jullie ervan??

woensdag 14 januari 2009

tanden en kiezen

Tanden en kiezen
Vroeger dacht met dat het melkgebit niet zo belangrijk was, tegenwoordig denkt men daar anders over. Dus ook deze tijdelijke tandjes goed verzorgen. Juist deze pas doorgebroken tanden en kiezen zijn extra kwetsbaar. Let dus goed op dat je kind goed poetst, laat je kind niet te snel alleen poetsen. Geadviseerd wordt om tot het tiende jaar samen te poetsen.
Het consultatiebureau adviseert om zodra het eerste tandje door is eenmaal per dag te gaan poetsen met speciale peutertandpasta. Tot een jaar of vijf kunnen kinderen nog niet goed spoelen en tandpasta uitspugen. Deze peutertandpasta is zo gemaakt dat het niet erg is als kinderen niet naspoelen en de tandpasta doorslikken. Er zit minder fluoride in dan in gewone tandpasta en bovendien zit er een speciaal smaakje aan dat kinderen niet vies vinden.

De tanden van je dreumes
Zodra je kind twee is moet je twee keer per dag gaan poetsen. Gebruik niet veel tandpasta (een halve centimeter) en een speciale kleine peutertandenborstel.
Je dreumes mag zelf proberen te poetsen maar poets zelf altijd na zodat je zeker weet dat alle tanden geraakt zijn. Om niets te vergeten en je kind vast te leren hoe het later zelf zijn tanden moet poetsen kun je het beste een vaste volgorde aanhouden. Eerst alles boven, dan alles beneden. Eerst de binnenkant, dan de buitenkant en daarna de vlakjes bovenop de kiezen en tanden.

De zogenaamde 6 B's:
Binnenkant Boven
Buitenkant Boven
Bovenkant Boven
Binnenkant Beneden
Buitenkant Beneden
Bovenkant Beneden

Net als haren wassen zal je dreumes het misschien allemaal niet meer zo leuk vinden en gaan protesteren. Toch moet het, in het belang van de tanden van je kind echt gebeuren! Maak er een vast ritueel van, twee keer per dag op dezelfde tijd en probeer er op de een of andere manier toch iets leuks van te maken. Misschien gaat het beter als mamma of een grotere broer of zus ook tegelijkertijd de eigen tanden poetst, of moet je een verhaaltje vertellen of een poetsliedje introduceren. Bijvoorbeeld (op de melodie van "vader jacob"):

Tandjes poetsen (2x)
Heen er weer (2x)
Dan krijg je schone tandjes (2x)
Nog een keer (2x)
Tandjes poetsen (2x)
Ja dat moet (2x)
Hagelwitte tandjes (2x)
Dat is goed (2x)

Naar de tandarts
Neem je peuter ook vast mee als je zelf op controle bij de tandarts gaat. Zo kan hij vast wennen en is het minder eng als hij op wat latere leeftijd zelf eens in zijn mond moet laten kijken.
Boosdoeners
Houd de tanden van je kind gezond. Niet alleen poetsen en (als het kind wat ouder is) regelmatig op controle bij de tandarts, maar voorkom tandproblemen:
Voorkom zuigflescaries en vervang de zuigfles, speen en tuitbeker zo snel mogelijk door een gewone beker;
Krijgt je baby nog een nachtfles of een fles voor het slapen gaan en worden er daarna geen tandjes gepoetst, geef dan een slokje water;
Wees matig met zoetstoffen, weinig snoep en frisdrank voor de grotere kinderen dus. Maar ook in vruchtensap en melk zitten suikers!

Wisselen
Het melkgebit van je peuter gaat op den duur plaatsmaken voor het blijvende gebit waar je kind de rest van zijn leven mee moet gaan doen. Het begint gemiddeld op 5 tot 6 jarige leeftijd met het doorkomen van de eerste blijvende kiezen. Hiervoor hoeft nog geen melktand te wijken omdat er simpelweg op die plek nog niets zat. Op andere plaatsen geldt dat natuurlijk wel.
De wortels van het melkgebit lossen op. Dan raakt de tand of kies los en valt uit. Op de nu lege plek groeit een nieuwe tand of kies van de blijvende soort. Eerst gaan de snijtanden onder los zitten, meestal is je kind dan zo'n jaar of 6. Natuurlijk komen daar de nieuwe tanden uit het blijvende gebit voor terug, maar je kind zal wel een tijdje met een wisselgebit of "fietsenrekje" rondlopen. Het hoort erbij en levert mooie foto's op.

Tandenfee
De eerste losse tand die uit de mond valt is natuurlijk wel een hele gebeurtenis. Leuk om te bewaren in een luciferdoosje of in een speciaal tandendoosje. En er zijn kinderen die zeker weten dat er een tandenfee is die 's nachts die losse tand van het hoofdkussen komt halen en in plaats daarvan een muntstukje of een klein cadeautje neerlegt...

Zindelijkheid

Veel ouders vragen zich af wanneer hun kind zindelijk zal worden en hoe ze dit proces kunnen versnellen. Helaas, je kunt kinderen niet zindelijk maken: kinderen worden pas zindelijk wanneer zij dit zelf willen, kunnen en begrijpen. Dwing je kind niet om zindelijk te worden, dit werkt namelijk alleen maar averechts. Aanmoedigen kan natuurlijk wel. En heb geduld, wanneer een kind er aan toe is gaat het zindelijk worden haast vanzelf.
Wanneer is een kind er aan toe om zindelijk te worden?
Het kind moet lichamelijk in staat zijn om aan te voelen wanneer hij plassen of poepen moet. In eerste instantie zal je kind zich er wel bewust van zijn dat hij nu moet plassen of poepen maar kan dat nog niet van te voren aan zien komen. Pas later zal hij zich ook bewust worden van de aandrang en weten wat er aan de hand is vóór het gaat gebeuren. Als ouder merk je vaak dat je kind bezig is zijn luier vies te maken aan een bepaalde houding of een blik in zijn ogen. Je kunt hem hier zelf opmerkzaam op maken door te vragen of hij aan het plassen is bijvoorbeeld.
Naast aanvoelen dat de aandrang er is, moet het kind ook voldoende controle over zijn sluitspier hebben. Om het op te kunnen houden als dat nodig is en om te laten gaan wanneer hij op het potje of op de wc zit. Meestal is dit zo rond het tweede jaar. Meisjes zijn over het algemeen wat eerder zindelijk dan jongens.
Begin je te vroeg of ben je te gespannen bezig met zindelijk maken van je kind dan kan dit leiden tot angst en onzekerheid. En zo wordt het alleen maar lastiger voor je kind om zindelijk te worden. Voorkom ook vooral dat het een machtstrijd wordt tussen jou en je kind, want dat ga jij verliezen: je kind kan zelf bepalen wanneer hij plast of poept, niet jij!

Stimuleren, aanmoedigen, belonen
Als je kind er lichamelijk aan toe is komt de volgende stap. Hij moet hij nu zelf de zin van potjes en op de wc plassen in gaan zien, en zelf graag afstand van die (vieze) luier willen doen. Heb je het idee dat je kind er lichamelijk klaar voor is probeer dan zijn belangstelling te wekken. Zet een leuk potje binnen handbereik en maak duidelijk wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld door hem erop te zetten als je denkt dat hij moet plassen/poepen, of door hem te laten kijken wat pappa en mamma doen op de grote wc.
Word niet boos als je kind niet op het potje gaat zitten, maar prijs hem als hij er wel op gaat zitten, met of zonder luier. Als er ook nog een keer een plas of een poepje in valt zal hij apetrots zijn.
Dwing je kind niet en houd er rekening mee dat er zeker de eerste tijd nog veel "ongelukjes" zullen gebeuren. Zeker als hij aan het spelen is zal hij niet altijd op tijd aan dat potje denken. En als het kind er de leeftijd voor heeft zal het zindelijk worden haast vanzelf gaan.
En moet je je kind nu belonen of niet? Het beste is natuurlijk als je kind er zelf plezier in krijgt en op het potje plassen. Stel hem in ieder geval geen grote beloning in het verschiet (veel kleine kinderen begrijpen dat toch nog niet) maar prijs hem direct elke keer dat hij zelf aangeeft te moeten plassen of poepen of als hij het potje heeft gebruikt.
Je kunt, als je een beloning wilt geven, bijvoorbeeld een stickerkaart gebruiken. Maak een plaat, hang deze op in het toilet, badkamer en spreek met je kind af dat hij een stickertje of een plaatje krijgt wanneer hij op de wc/potje heeft geplast. Wanneer er bijvoorbeeld 10 stickertjes zijn geplakt krijgt hij een klein cadeautje of iets wat hij leuk vindt om te doen.
Kortom, prijs je kind als het lukt. Maar... straf het vooral niet als het eens een keer niet goed gaat. Besteed er gewoonweg niet te veel aandacht aan en ruim de troep op. Volgende keer beter!

Praktisch
In plaats van een potje te gebruiken kun je je kind ook aanleren direct op de grote wc te plassen. Je kunt een stevig opstapje gebruiken als het toilet te hoog is. Sommige kinderen durven niet goed op een normaal toilet te zitten. Er zijn toiletbrilverkleiners te koop die je op je normale toiletbril kunt zetten. Het gat waar je kind op zit wordt hierdoor minder groot en dus minder eng.
Er zijn veel leuke boekjes te koop over het onderwerp zindelijkheid die je aan je kind kunt voorlezen.

Zindelijkheid in stapjes
Een kind wordt eerst overdag zindelijk voor plassen, pas later ook voor poepen. Er zijn heel wat kinderen die wel zonder luier kunnen maar als ze voelen dat ze moeten poepen toch nog om een luier vragen. Het kan ermee te maken hebben dat kinderen hun ontlasting zien als "deel van zichzelf" en bang zijn om dit kwijt te raken of het eng vinden de drol in een diep donker gat te laten vallen in plaats van in hun luier.
Pas als je kind overdag zindelijk is leert hij ook 's nachts zindelijk te zijn. Ga niet opeens minder drinken geven omdat hij dan minder zal plassen. Zet hem wel vlak voor het slapen gaan nog even op de pot. Laat de luier 's nachts pas uit als je er vrij zeker van bent dat het bed niet nat zal worden. Het is namelijk wel erg vervelend voor een kindje om 's nachts in een koud en nat bed wakker te worden. Om de schade voor het matras te beperken zijn er speciale hoeslakens te koop met een zachte bovenkant en een soort plastic waterafstotende laag aan de onderkant die voorkomen dat het al te erg doorlekt.

Terugval
Soms hebben kinderen die al wel zindelijk zijn een terugval en gaan opeens weer in hun broek plassen of willen weer een luier om. Dat kan een lichamelijke oorzaak hebben (een blaasontsteking). Maar heel vaak is de oorzaak ook spanning of stress, een ingrijpende gebeurtenis zoals de komst van een broertje of zusje, ziekte, spanningen in het gezin of op de creche. Probeer te achterhalen of je kind ergens bang voor is en bedenk hoe je verandering in de situatie kan brengen. Geef je kind op een positieve manier aandacht.
Besteed niet al te veel aandacht aan de zindelijkheid zelf. De zindelijkheid komt meestal vanzelf weer terug zonder dat je er teveel aandacht aan hebt besteed.

Nog niet zindelijk en wel naar school?
Natuurlijk wil je graag als ouder (en als school!) dat het kind zindelijk is als het naar de basisschool gaat. Maar zoals gezegd, je kunt het niet dwingen. Het ene kind zal er al wel aan toe zijn, en de ander heeft nog wat tijd nodig om helemaal 100 procent zindelijk zijn op de dag dat hij naar school moet. Vijftien procent van de kinderen van vijf jaar zijn nog niet helemaal zindelijk overdag of 's nachts.
Je kunt het het beste eerlijk vertellen op school als je kind nog niet helemaal zindelijk is. Op school zullen zij hier begrip voor hebben en rekening mee houden.

taalontwikkeling

Taalontwikkeling
In het tweede levensjaar gaat de taalverwerving van een kind ineens met grote stappen vooruit. Het leert woordjes, zinnen en je zult zien dat je al heel wat kunt communiceren met je dreumesje. Na het tweede jaar gaat het natuurlijk alleen nog maar door: woorden worden beter uitgesproken, zinnen worden langer en abstracte begrippen als "morgen" of kleuren worden toegevoegd.

Waarom leert een kind taal?
Het gebruik kunnen maken van taal is voor een dreumes nuttig om twee redenen: het verkrijgen van informatie ("mamma komt je zo weer ophalen") en het duidelijk kunnen maken van zijn eigen behoeften ("ik wil die pop hebben!"). In het begin zal hij bij gebrek aan woorden vooral door middel van lichaamstaal communiceren. Denk aan het wegduwen van het bordje als hij geen eten meer wil, of het wijzen naar een speelgoedje dat hij graag wil hebben. Maar in de loop van het tweede jaar zal hij steeds meer woorden gaan leren spreken en begrijpen.

Dreumes
Een kleine dreumes van 12 maanden zal nog niet veel woordjes kennen. Het gebrabbel is nog maar net overgegaan in het maken van speciale klanken. Hij zal misschien een paar woorden kunnen zeggen (mamma, namen van bekende personen, interessante voorwerpen als "bal" of "koekje", "nee") en de uitspraak is nog moeilijk. Het verstaan van woordjes en zinnen gaat al beter. Kleine kinderen verstaan al wel veel meer woorden dan dat ze zelf kunnen zeggen. In de loop van de tijd zal je kind de woorden steeds beter leren uitspreken en steeds meer woorden leren zeggen. Een kind van 18 maanden kent gemiddeld zo'n 20 tot 50 woorden en dat aantal zal in de maanden daarna explosief stijgen. Een kindje tussen de 18 en 23 maanden leert gemiddeld 6 nieuwe woorden per dag!

Peuter
Een peuter leert tussen zijn tweede en vierde jaar natuurlijk steeds beter praten. De zinnen worden langer en ingewikkelder. De meeste kinderen kunnen als ze twee jaar zijn in zinnen van twee of drie woorden praten en gemiddeld 3 tot 4 woorden als je kind 3 is geworden. Je kind snapt meer en meer. Uiteindelijk gaat hij begrippen als "groot" en "klein" begrijpen en gebruiken. Kent kleuren, kan een beetje tellen, begrijpt en stelt vragen als "waar is pappa", "wie is dat". Hij krijgt begrip van de tijd (verleden en toekomst, "morgen" en "gisteren") en kan bijvoorbeeld 's avonds thuis vertellen wat er overdag op het kinderdagverblijf is gebeurd.
Wanneer een kind 4 is kan hij zelfstandig met familie en bekenden communiceren. Ook vreemden kunnen hem steeds beter verstaan. Hij wil alles weten en de wereld om hem heen begrijpen en stelt dan ook voortdurend de vraag "waarom?"

Hoe leert een kind taal?
Eigenlijk leert een heel jong kind de taal "vanzelf", simpelweg door te luisteren naar wat er tegen hem gezegd wordt. De eerste levensmaanden zijn daarin al bepalend, dan al worden de hersenen getraind om de taal die ouders en verzorgers spreken (de moedertaal) te kunnen leren, zodat die taal beter begrepen wordt dan andere talen die ze niet of minder vaak te horen zullen krijgen. Zo eenvoudig als een mens in die eerste maanden en jaren leert, zo zal het nooit meer gaan.
Uit onderzoek is gebleken dat kleine kinderen vooral veel leren van de "gesprekjes" die je als ouder met ze voert. Het luisteren naar gesprekken tussen volwassenen of naar gesprekken op de televisie is lang niet zo leerzaam als een ouder die op liefdevolle toon eenvoudige woordjes tegen het kind zegt die hem direct boeien. Hij zal steeds meer van jou gaan begrijpen en korte opdrachtjes kunnen uitvoeren. Als jij hem vraagt in een boekje het plaatje van de koe aan te wijzen bijvoorbeeld, zal hij dat wel kunnen. En wil je weten "wat zegt het koetje" dan weet je dreumes al snel een prachtig "boeee" te produceren.

Stimuleren
Stimuleer de taalontwikkeling door samen prentenboekjes lezen, te zingen, rijmpjes te maken maar vooral ook door tegen hem te praten. Gebruik makkelijke korte zinnen tegen je dreumes, en vertel hem wat je ziet en wat je aan het doen bent.
Maar niet alleen praten tegen je kind is belangrijk, ook het luisteren naar en reageren op wat hij jou probeert te zeggen is essentieel voor het leerproces. Probeer te begrijpen wat je kind bedoelt als hij iets zegt of probeert te zeggen en reageer daarop. Geef hem de tijd om een woord of zin te maken of een antwoord te verzinnen, vul niet te snel in wat hij zelf aan het bedenken was. Niet boos of ongeduldig worden of hem steeds corrigeren als hij een verkeerd woord gebruikt of een woord verkeerd uitspreekt. Gebruik zelf het goede woord/uitspraak gewoon op een natuurlijke manier in het gesprek. Bijvoorbeeld, wijst je kind naar boven naar een "tietui" zeg dan niet dat hij het woord niet goed uitspreekt, maar reageer enthousiast met "oja! ik zie het, een vliegtuig!". Hij zal het vanzelf oppikken en gaan nadoen.
Net als leren lopen leert ook elk kind praten in zijn eigen tempo. Meisjes zijn meestal sneller dan jongens, en verlegen kinderen praten minder snel dan de meer extroverte types. En misschien zegt jouw kind zijn eerste woordje pas laat, maar leert hij sneller zinnen te maken dan een kind dat het eerste woordje al wel vroeg kon zeggen.

Gehoortest
Heel belangrijk voor de taalontwikkeling is in ieder geval dat je kind goed kan horen. Heb je het idee dat er iets aan de hand is met het gehoor of heb je niet het gevoel dat je kind vorderingen maakt ga dan langs je huisarts of consultatiebureau.

hoe gaat het nu op stage?

ik heb het ontzettend naar me zin op stage. ik vind het ontzettend jammer dat stage over een paar weken is afgelopen. ik ga de kinderen echt wel missen. in mijn vorige stage had ik nog last van onzekerheid. en daar heb ik in deze stage periode helemaal geen last van gehad. ik kon lekker mezelf zijn deze stage. en dat voelde supper goed. ik doe alles wat de leidsters ook doen. ik doe alles behalve de ouder gesprekken (10 minuten gesprekken) dat mag ik ook nog niet doen. ik heb vorige week vrijdag mijn eindgesprek gehad. en dat ging super ik heb een voldoende gekregen. ze wouden me wel graag hebben als leidster. ik heb al een sollicitatie brief geschreven naar het hoofdkantoor. nu is het nog afwachten of ik een baan krijg daar. ik hoop het wel!!

pepernoten bakken

ik heb met de kinderen van de BSO pepernoten gebakken. de kinderen waren zo enthousiast. dat de kinderen en super druk van werden. ik heb samen met de kinderen het deeg gemaakt. eentje mocht er water bij het deeg doen. de ander ging met de mixer het door mekaar mixen. dat vonden ze heel erg leuk. de anderen wouden liever kijkenb. ze gingen ook heel vaak kijken bij de oven. om te kijken hoe het ging met de pepernoten. er moest gelukkig alleen water bij het deeg dus dan kan er niet veel aan verkeerd gaan. de kinderen vonden het leuk om te doen. de meesten gingen balletjes draaien maar 2 kinderen gingen ook vormpjes maken. het was echt een succes.

kerstboom van handen activiteit




ik heb een activiteit gedaan met de kinderen. ik heb samen met de kinderen een kerstboom gemaakt van handen. de kinderen vonden het heel erg leuk. ik heb eerst met de KDV kinderen een kerstboom gemaakt van handen. ik heb eerst een liedje gezongen over de kerstboom. daarna heb ik de kinderen aan tafel laten zitten. Een goeie en duidelijke uitleg gegeven wat de bedoeling was. ik heb groen papier gepakt en de kinderen de handen erop overgetrokken. daarna heb ik de handen uitgeknipt. ik heb de kinderen de kerstballen laten versieren en de kaarsjes. later heb ik zelf de kerstballen en de kaarjes versiert met glitter. Ik heb de handen op papier geplakt als vorm van een kerstboom. Later heb ik samen met de kinderen de kerstboom versiert en de ballen en de kaarsjes en de piek in de kerstboom geplakt.
Ik heb hetzelfde ook met de BSo kinderen gedaan maar toen hebben we een hele grote boom gemaakt met alle kindjes van de BSO. we hebben 6 blaadjes a3 papier aan mekaar geplakt . En alle handjes van de kinderen opgeplakt in de vorm van een kertsboom. en versiert met kerstballen en kaarsjes en die grote kerstboom heb ik op de gang gehangen zodat iedereen onze activiteit kon zien. En de juffen reageerden er leuk op.